Tranen en verdriet
Niet iedereen toont zijn of haar verdriet openlijk aan de buitenwereld door tranen te laten zien. Hoe iemand verdriet emotioneel verwerkt, is een persoonlijke zaak en verschilt van mens tot mens. Het is op zich wel gezonder voor je lichaam om verdriet te uiten, want als tranen niet meer kunnen stromen kan onverwerkt verdriet leiden tot lichamelijke klachten.
Ook al probeert iemand nog zo hard om verdriet weg te stoppen, vaak is het wel terug te vinden in uitspraken, taalgebruik of lichamelijke klachten. Kijk maar eens naar onderstaande voorbeelden.
Taalgebruik - verdriet 'omzeilen'
Mevrouw C. vertelt in weekblad Libelle (2009): “Drie jaar geleden is mijn vader gestorven tijdens het uitoefenen van zijn grootste hobby: zeilen. Mijn broer en ik besloten samen om zijn boot te behouden, het laatste tastbare stukje van hem. Mijn man heeft geen zeilervaring, ik een klein beetje. Iedereen verklaarde ons voor gek toen we deze zomer besloten met onze kinderen een zeiltocht te gaan maken, maar na een paar lessen gingen we ervoor. De eerste dag was heerlijk. Zon en een lekker windje. We gingen door een sluis, waar ik erg tegenop zag. Het ging best goed. We overnachtten in een haven en de volgende ochtend zouden we weer door een sluis moeten. Opeens kwamen bij mij de tranen. Ik was bang! Bang voor de sluizen! Ik realiseerde me ineens dat we er nog veel meer zouden tegenkomen en dat wilde ik absoluut niet. Dus gingen we terug. Toen we later die dag weer door de eerste sluis kwamen en ik de lijn niet vast kreeg aan de kade, wist ik het zeker. Sorry, pa! Hoe leuk zeilen ook is, voor mij geen zeiltochten meer.”
Als je de tekst net even anders leest, vertelt mevrouw C. eigenlijk dat ze bang is haar tranen niet meer te kunnen bedwingen als de (figuurlijke) sluizen eenmaal opengaan. Dan maar geen tochten meer op het water. Ze kiest ervoor nog weg te blijven van het pijnlijke verdriet om haar overleden vader. Letterlijk omzeilt ze met de boot sluizen waar ze doorheen moet varen, figuurlijk gezien omzeilt ze haar tranen.
Mevrouw C. gebruikt haar persoonlijke overlevingsmechanisme (sluizen dichthouden/verdriet binnenhouden) net zolang tot ze op een dag aan verdrietverwerking toekomt.
Incontinent worden door verdriet
Alweer tien jaar geleden overleed mijn schoonvader. Voor iedereen in de familie was dit een verdrietige gebeurtenis, maar het meest voor mijn schoonmoeder, die haar geliefde partner verloor. Als de dag van gisteren herinner ik me het gesprek dat ik met haar voerde in de week voor de uitvaart. Eind tachtig was ze toen.
Stil zat ze naast me, als een klein zwak vogeltje. Buiten was het 30 graden, binnen hield ze haar winterjas aan tegen de allesoverheersende kou die ze voelde. Tijdens het korte ziekbed van haar man was ze plotseling incontinent geworden. Het verschonen van plasluiers door anderen liet ze gedwee toe. Lichamelijk was ze aanwezig, maar haar geest was al van plan te vertrekken. Het leven hoefde van haar niet meer. Alle gebeurtenissen liet ze gelaten over zich heenkomen.
Terwijl we samen zaten te wachten bij de uitvaartondernemer, gaf ze plotseling een rukje aan mijn arm en fluisterde: ‘Jij weet veel hè?’ Artsen en therapeuten hadden bij haar een streepje voor als het om kennis ging.
‘Dat val wel mee’. Ik kon een glimlach niet onderdrukken, moest denken aan de keer dat ze me recreatie-therapeut noemde in plaats van reïncarnatietherapeut. ‘Denk je, dat er een hemel is? Dat ik hem weer tegenkom?’
Ik was verbaasd. Over zoiets had ze nog nooit gesproken. ‘Ja, ik denk het wel. En omdat jullie zoveel van elkaar hielden, wacht hij vast op je.’
‘Vind je dat nou niet gek, nu hij dood is kan ik helemaal niet meer huilen. Mijn ogen blijven droog. Alle tranen zijn gestopt.’
Hoewel ik niet zo goed in troosten ben, sloeg ik een arm om haar breekbare, kleine gestalte heen en antwoordde: ‘Da’s helemaal niet gek. Je hebt zoveel verdriet dat je ogen het niet aan kunnen om tranen te maken. Je huilt wel, alleen komt het er beneden uit. Je plast gewoon tranen.’
‘Goh. Zou dat het zijn?’ Ze klonk even opgelucht, om meteen daarna haar stilzwijgend gedrag weer op te pakken.
Zes weken later stierf ze. Haar overleden man achterna.
Haar lichaam had de perfecte oplossing gevonden om een enorme hoeveelheid tranen te lozen.
Prostaatklachten ipv verdriet uiten
Meneer K. is eind zestig als hij te maken krijgt met het overlijden van veel familieleden. Uiterlijk onbewogen is hij aanwezig bij alle uitvaartdiensten, koffietafels en herinneringsbijeenkomsten. Opgegroeid met het idee dat een man niet mag huilen, houdt hij als een echte man al zijn verdriet binnen. Hij pinkt hoogstens een traantje weg, meer niet.
Tenminste, dat denkt hij. Meneer K. uit wel degelijk zijn tranen, via zijn lichaam. In dezelfde periode waarin veel van zijn familieleden overlijden, ontwikkelt hij prostaatklachten. Ieder uur van de dag én nacht moet hij naar het toilet voor kleine en pijnlijke plasjes. Wanneer hij op een dag in een openbare gelegenheid zijn plas niet meer kan ophouden, gaat hij met zijn klachten naar de huisarts. De huisarts schrijft medicatie voor en na een half jaar plast meneer K. weer enigszins normaal. Hij hervat zijn dagelijkse bezigheden zonder overmatig naar de wc te moeten. Een kunstmatige ingreep 'om het droog te houden', maar voor hem de beste oplossing. Op oudere leeftijd is het immers lastig de manier waarop je al een heel leven lang met verdriet (het watermanagement) omgaat, te veranderen.
Nattigheid
Iedere persoon gaat op geheel eigen wijze om met verdriet. Uitstellen, negeren, voelen, verwerken. Ook al lijkt het voor buitenstaanders dat mensen niet verdrietig zijn omdat ze geen traan laten in het bijzijn van anderen, hun angsten, gedragingen, lichamelijke klachten of uitgesproken woorden geven een ander beeld. Nattigheid (verdriet) kan zich op creatieve wijze uiten.
Plasproblemen & vorige levens
* Te vaak plassen bij een vliegreis - vorig leven parachutist
Groetjes,
Marianne Notschaele-den Boer
Reïncarnatietherapeut/auteur boeken
www.vorigelevens.nl
Incontinent worden door verdriet
Alweer tien jaar geleden overleed mijn schoonvader. Voor iedereen in de familie was dit een verdrietige gebeurtenis, maar het meest voor mijn schoonmoeder, die haar geliefde partner verloor. Als de dag van gisteren herinner ik me het gesprek dat ik met haar voerde in de week voor de uitvaart. Eind tachtig was ze toen.
Stil zat ze naast me, als een klein zwak vogeltje. Buiten was het 30 graden, binnen hield ze haar winterjas aan tegen de allesoverheersende kou die ze voelde. Tijdens het korte ziekbed van haar man was ze plotseling incontinent geworden. Het verschonen van plasluiers door anderen liet ze gedwee toe. Lichamelijk was ze aanwezig, maar haar geest was al van plan te vertrekken. Het leven hoefde van haar niet meer. Alle gebeurtenissen liet ze gelaten over zich heenkomen.
Terwijl we samen zaten te wachten bij de uitvaartondernemer, gaf ze plotseling een rukje aan mijn arm en fluisterde: ‘Jij weet veel hè?’ Artsen en therapeuten hadden bij haar een streepje voor als het om kennis ging.
‘Dat val wel mee’. Ik kon een glimlach niet onderdrukken, moest denken aan de keer dat ze me recreatie-therapeut noemde in plaats van reïncarnatietherapeut. ‘Denk je, dat er een hemel is? Dat ik hem weer tegenkom?’
Ik was verbaasd. Over zoiets had ze nog nooit gesproken. ‘Ja, ik denk het wel. En omdat jullie zoveel van elkaar hielden, wacht hij vast op je.’
‘Vind je dat nou niet gek, nu hij dood is kan ik helemaal niet meer huilen. Mijn ogen blijven droog. Alle tranen zijn gestopt.’
Hoewel ik niet zo goed in troosten ben, sloeg ik een arm om haar breekbare, kleine gestalte heen en antwoordde: ‘Da’s helemaal niet gek. Je hebt zoveel verdriet dat je ogen het niet aan kunnen om tranen te maken. Je huilt wel, alleen komt het er beneden uit. Je plast gewoon tranen.’
‘Goh. Zou dat het zijn?’ Ze klonk even opgelucht, om meteen daarna haar stilzwijgend gedrag weer op te pakken.
Zes weken later stierf ze. Haar overleden man achterna.
Haar lichaam had de perfecte oplossing gevonden om een enorme hoeveelheid tranen te lozen.
Prostaatklachten ipv verdriet uiten
Meneer K. is eind zestig als hij te maken krijgt met het overlijden van veel familieleden. Uiterlijk onbewogen is hij aanwezig bij alle uitvaartdiensten, koffietafels en herinneringsbijeenkomsten. Opgegroeid met het idee dat een man niet mag huilen, houdt hij als een echte man al zijn verdriet binnen. Hij pinkt hoogstens een traantje weg, meer niet.
Tenminste, dat denkt hij. Meneer K. uit wel degelijk zijn tranen, via zijn lichaam. In dezelfde periode waarin veel van zijn familieleden overlijden, ontwikkelt hij prostaatklachten. Ieder uur van de dag én nacht moet hij naar het toilet voor kleine en pijnlijke plasjes. Wanneer hij op een dag in een openbare gelegenheid zijn plas niet meer kan ophouden, gaat hij met zijn klachten naar de huisarts. De huisarts schrijft medicatie voor en na een half jaar plast meneer K. weer enigszins normaal. Hij hervat zijn dagelijkse bezigheden zonder overmatig naar de wc te moeten. Een kunstmatige ingreep 'om het droog te houden', maar voor hem de beste oplossing. Op oudere leeftijd is het immers lastig de manier waarop je al een heel leven lang met verdriet (het watermanagement) omgaat, te veranderen.
Nattigheid
Iedere persoon gaat op geheel eigen wijze om met verdriet. Uitstellen, negeren, voelen, verwerken. Ook al lijkt het voor buitenstaanders dat mensen niet verdrietig zijn omdat ze geen traan laten in het bijzijn van anderen, hun angsten, gedragingen, lichamelijke klachten of uitgesproken woorden geven een ander beeld. Nattigheid (verdriet) kan zich op creatieve wijze uiten.
Plasproblemen & vorige levens
* Te vaak plassen bij een vliegreis - vorig leven parachutist
Groetjes,
Marianne Notschaele-den Boer
Reïncarnatietherapeut/auteur boeken
www.vorigelevens.nl