De witte veer - roman - John Boyne
over wo1
John Boyne, schrijver van 'De jongen in de gestreepte pyjama'
Een paar jaar geleden las ik de inmiddels overal bekende roman 'De jongen in de gestreepte pyjama' van John Boyne. Dat boek gaat over een 9-jarig Duits jongetje Bruno dat in 1943 met zijn familie van Berlijn verhuist naar 'Oudwis', een vreemde plaats waar mensen in gestreepte pyjama's achter een hek wonen. Concentratiekamp Auschwitz, door kinderogen bekeken. Bruno sluit vriendschap met Shmuel, een jongetje dat achter het hek woont. Een vriendschap met dramatische gevolgen.
John Boyne beschreef de gebeurtenissen vanuit Bruno's perspectief. Hij hield het taalgebruik bewust simpel. Juist door deze eenvoud kwam het vreselijke lot van Joodse kampgevangenen des te harder aan bij lezers van zijn boek.
Ondanks het grote verkoopsucces van dit ontroerende boek, was er ook kritiek op Boyne's verhaal. Zou Bruno, de 9-jarige zoon van een kampcommandant - die pal naast het concentratiekamp woont - echt niet door hebben gehad dat die mensen gevangenen waren?
Ik vond die kritiek niet terecht. Hedendaagse kinderen van 9 jaar oud zijn verder in hun ontwikkeling en weten meer van wat er in de wereld speelt dan kinderen die opgroeiden in de jaren dertig/veertig van de vorige eeuw. Uit ervaringen van cliënten in mijn praktijk - die zich situaties als kind herinneren in die periode - blijkt precies hetzelfde. Sommige kinderen hadden weinig weet van de oorlog, ouders hielden veel verborgen onder het mom 'wat niet voor kinderoren bestemd is'. Dat gold zowel voor Joodse kinderen als voor kinderen van fanatieke Duitse soldaten.
'De jongen in de gestreepte pyjama' vond ik een mooi boek. Juist omdat het zo eenvoudig van taal is, leen ik het vaak uit aan cliënten in mijn praktijk reïncarnatietherapie, wanneer cliënten emoties moeten verwerken en afronden als ze nog last hebben van pijnlijke herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog.
Eerste Wereldoorlog
'De witte veer' van John Boyne stond al een jaar op mijn lees-verlanglijstje. Daar waar 'De jongen in de gestreepte pyjama' over de Tweede Wereldoorlog gaat, is het onderwerp nu de Eerste Wereldoorlog.
In 2 dagen las ik de 318 pagina's uit, hier en daar met dichtgeknepen keel van emotie, af en toe een traan latend. Knap, als een auteur je zo kan laten meeleven en meevoelen met de beschreven gebeurtenissen.
De uitstekende vertaling is verzorgd door Machteld Jansen. In het boek (uitgave De Boekerij BV, ISBN 9789022560204) kwam ik maar 1 taalfoutje tegen, een unicum tegenwoordig :). Een goed geredigeerd boek leest heerlijk weg.
Inhoud
Ik hou van boeken in chronologische vertelvolgorde, maar tegenwoordig ontkom je niet aan de 'om-en-om' methode. Afwisseling is de trend in uitgeverijland. Gebeurtenissen dienen te worden verteld vanuit meerdere perspectieven of plaats te vinden in verschillende tijdsperioden. Al dat heen-en-weer-gespring is niet zo mijn ding omdat het soms een beetje geforceerd overkomt. Een trucje om de spanning erin te houden.
In de 'De witte veer' zijn de vertelblokken met flashbacks en de daar weer in opgenomen jeugdherinneringen gelukkig goed verdeeld. Maar John Boyne moet wel uitkijken dat hij niet teveel focust op cliffhangers want dan krijg je als lezer de neiging stukken over te slaan of achterin het boek te kijken om te zien hoe het verhaal afloopt.
Deze roman leest echt als een trein, is spannend, ontroerend en ook nog eens historisch verantwoord zonder dat het een geschiedenisles wordt.
Er zijn twee belangrijke verhaallijnen:
(1) de rauwe werkelijkheid van de loopgravenoorlog tussen 1914-1918 en de uitwerking ervan op soldaten (en hun families);
2) een (seksuele) relatie tussen twee mannen. Homoseksualiteit in de jaren twintig van de vorige eeuw was strafbaar.
Binnen deze twee grote verhaallijnen lopen er allemaal - goed te volgen - kleinere lijntjes naar in elkaar grijpende gebeurtenissen.
Indeling
1) Norwich (Engeland), september 1919.
De 21-jarige Tristan Sadler reist per trein naar Marian Bancroft. Zij woont in Norwich en is de zus van Tristans oorlogskameraad Will. Tristan en Will vochten als jonge soldaten tijdens de Eerste Wereldoorlog in de loopgraven op Frans grondgebied, tegen de Duitsers. Will overleefde de oorlog niet.
Tristan heeft brieven in zijn bezit - geschreven door Marian aan haar broer Will in oorlogstijd - die hij haar graag persoonlijk wil overhandigen.
2) Militaire kazerne Aldershot, april - juni 1916.
De 17-jarige slagerszoon Tristan Sadler doet zich voor als 18-jarige, om in dienst te kunnen. Hij ontmoet in de kazerne de 19-jarige zoon van een dominee, Will Bancrof. Zij raken met elkaar bevriend als ze worden klaargestoomd om te gaan vechten aan het front.
3) Norwich, september 1919.
Tristan en Marian halen samen herinneringen op aan Will terwijl ze thee drinken, in een pub zitten, wat eten, en wandelen door Norwich. Ondanks het voortkabbelende gesprek voel je de onderhuidse spanning oplopen van twee karakters die botsen: een vinnige Marian en een kwetsbare Tristan. Tristan wil iets bespreekbaar maken, maar durft niet.
4) Fankrijk, juli - september 1916.
De harde werkelijkheid van soldaten in loopgraven en oorlog voeren. Regen, modder, kou, ziekte, ratten, zandzakken sjouwen. Kameraadschap en vijandschap. Relaties, troost.
5) Norwich, september 1919.
Het gesprek tussen Tristan en Marian zet zich voort.
6) Frankrijk, september - oktober 1916.
Loopgraven. Ziekte, gekte. De waanzin van vechten tegen de vijand. Helden, lafaards, gewetensbezwaarden. Wie is een 'witte veer', een lafaard?
7) Londen, oktober 1979.
Tristan is een oude man, succesvol romanschrijver. Hij ontmoet nog één keer Marion Bancroft. Het einde is verrassend.
Homoseksualiteit
Thema's als vriendschap tussen mannen, wel of niet homoseksueel zijn, willen vechten, wapens juist willen neerleggen, lafheid, keuzes in oorlogstijd en geestelijke/lichamelijke nawerkingen van strijden aan het front worden prachtig uitgewerkt in deze roman. Uit alles blijkt tijdens het lezen dat John Boyne een gevoelige man is die uitstekend personen- en situaties kan beschrijven.
Met kleine details onthult hij telkens weer verrassende dingetjes. Soms vang je daarbij glimpen op van de auteur zelf: hoe hij over schrijven denkt, homoseksuele relaties, jeugdervaringen die hem zelf pijn moeten hebben gedaan, en heel soms een flardje vorig leven. Iets waar de schrijver zich zelf niet bewust van is. Als reden om dit boek te schrijven, vertelde hij in een interview "dat hij toevallig naar een tv-programma keek over oorlogsveteranen en het begrip witte veren en dat hij daaromheen een boek maakte". Feit is wel, dat hij zich zorgvuldig documenteerde voordat hij begon met schrijven. En wat de impuls daarvoor was, ach. De een noemt dat inspiratie of toeval, de ander een vage herinnering aan een leven dat eindigde in een loopgraaf ten tijde van woI.
Witte veer, symbool voor lafheid
De 'witte veer' staat sinds de 18e eeuw symbool voor lafheid, vooral in het Engelse leger en in voormalige kolonieën van Engeland. In andere landen daarentegen staat een witte veer juist symbool voor dapperheid of pacifisme.
Vermoedelijk is het negatieve begrip afkomstig van hanengevechten. Hanen met een witte veer in hun verendek werden geacht niet zuiver te zijn en gedoemd om een hanengevecht te verliezen. Tijdens de Eerste Wereldoorlog liet 'The Order of the White Feather' vrouwen witte veren aanbieden aan mannen die hun uniform niet wilden dragen: dienstweigeraars en absolutisten. Later werd 'een witte veer' synoniem voor 'een laffe soldaat', een totaalweigeraar. De Engelse titel van dit boek is overigens 'The Absolutist'.
Wat minder
- De trillende wijsvinger in dit verhaal deed me te veel denken aan de film 'Saving Private Soldier Ryan' (trillende hand).
- Meestal zijn alleen vrouwelijke schrijvers goed in geurbeschrijvingen, maar John Boyne kan dit ook. Jammer dat wanneer hij geuren beschrijft, dit vrijwel altijd zweetgeuren zijn, op een enkel lavendelgeurtje na. Als variatie op zijn geurbeschrijvingen telde ik na een twintigtal 'zweetluchten en transpiratiegeuren' eindelijk een gewone pispot die stonk :).
- Veel cliffhanger-zinnen.
- Erg veel 'gezochte' namen: Tombland, Sadler, Murderers Pub, volgens de schrijver allemaal toevallig.
- Veel bewust ingevoegde puzzelstukken, zoals het boek White Fang van Jack London.
Goed
- Spannend, tot het laatste moment. Ontroerend.
- Prima geschreven, goede verhaallijnen, goed vertaald.
- Verhaal in de 'ik'-vorm is niet storend, maar goed gedaan.
- Geschikt voor mannelijke en vrouwelijke lezers. Voor mannen het oorlogs/vriendschapsaspect, voor vrouwen de sufragettes, het kiesrecht en de typisch Engelse sfeer.
- Ontroerende beschrijvingen over een mannenvriendschap en een ontluikende homoseksuele relatie, in een tijd waarin homoseksualiteit helaas gezien werd als iets pervers en strafbaar. In het eerste hoofdstuk wordt dit goed uitgelegd.
- Goede voorbeelden van oorlogsnawerkingen (trillende vinger, angst voor harde geluiden, in elkaar willen kruipen tegen een muur).
- De loopgravenoorlog is historisch kloppend op alle punten. Geschiedenis wordt in deze roman 'levend'.
- Mooie beschrijving van de Engelse manieren, omgangsvormen en beleefdheden.
- Inzicht in de gedachtenwereld van jongens (16-18 jaar) die naar het front moesten.
- Je kunt je eigen mening vormen over 'lafheid' tijdens het lezen.
Brancarddragers in niemandsland
Hieronder enkele stukjes tekst om een idee te krijgen van de schrijfstijl in deze roman:
Blz. 42: "Mijn vader had natuurlijk gehooopt dat ik hem zou opvolgen in het familiebedrijf. De winkel heette al Sadler & Zoon en hij wilde dat ons naambord klopte. Maar dat zou nooit gebeuren. Vlak voor mijn zestiende werd ik het huis uitgezet en ik ben maar één keer teruggeweest; anderhalf jaar later, op de middag voordat ik naar Frankrijk vertrok.
'Eerlijk gezegd, Tristan,' zei mijn vader die dag, terwijl hij me met zijn dikke vingers stevig op mijn schouders zorgvuldig naar buiten duwde, 'zou het voor ons allemaal het beste zijn als de Duitsers je onmiddellijk doodschoten.'
Dat was het laatste wat hij tegen me heeft gezegd."
Blz. 73: "'Nee, ze hebben hem naar het front gestuurd als brancarddrager. Zo doen ze dat namelijk. Als je weigert te vechten zeggen ze dat je op zijn minst assistentie kunt verlenen aan degenen die dat wel willen. Sommigen worden tewerkgesteld op boerderijen, 'werk van nationaal belang' noemen ze dat, en die boffen. Anderen gaan de gevangenis in, die boffen minder. Maar de meesten, tja, die komen alsnog hier terecht.´
´Dat klinkt redelijk,´zeg ik.
´Tot je beseft dat een brancarddrager aan het front een levensverwachting van ongeveer tien minuten heeft. Ze sturen ze vanuit de loopgraven het niemandsland in om de lichamen van de doden en de gewonden op te halen en dat betekent hun einde. Een makkelijk doelwit voor sluipschutters. Eigenlijk is het een soort openebare executie. Dat klinkt minder redelijk, hè?'"
Blz. 183: "Ik laat mijn orders even voor wat ze zijn en richt mijn periscoop op de lucht. Ik zie een plotselinge uitbarsting van elektrische vonkjes, wat betekent dat er bommen vallen op de hoofden van Duitse, Engelse of Franse soldaten. Het maakt eigenlijk niet uit op wie. Hoe eerder iedereen dood is, hoe eerder het allemaal voorbij is."
Blz. 190: "Diep in ons hart zijn we allemaal witte veren."
Voor welke doelgroep?
Ik heb in elk geval genoten van dit boek. Volgens mij is het geschikt voor wie houdt van een mooi plot en de periode van de Eerste Wereldoorlog. Toch is het niet specifiek een oorlogsroman, er zit heel veel psychologie en gevoel in. Het zet je aan het denken: wat zou je zelf hebben gedaan in zo'n situatie? Baseer je keuzes die je maakt op liefde, jaloezie, pacifisme of iets heel anders?
Deze roman voor volwassenen leest gemakkelijk weg, is daardoor al geschikt voor jongeren vanaf een jaar of 15-18 die op de middelbare school kennis moeten vergaren voor geschiedenisles of keuzes moeten leren maken. Dus, docenten geschiedenis en maatschappijleer: moet je de Eerste Wereldoorlog bijbrengen aan anderen, lees dit boek. Jongeren zullen zich kunnen identificeren met leeftijdsgenoten die tijdens woI naar het front worden gestuurd.
Voor collega-reïncarnatietherapeuten die werken met cliënten en vorige levens ten tijde van de Eerste Wereldoorlog is dit boek een aanrader om historische kennis bij te spijkeren.
Verder zou ik het zeker aanraden aan mensen die interesse tonen in homoseksualiteit (en de geschiedenis daarvan) of aan homoseksuelen die een prachtige liefdesgeschiedenis willen lezen.
Reïncarnatietherapie - verenfobie
Waarom dit boek eigenlijk op mijn leestlijst stond?
In mijn praktijk kwam een keer een cliënt met een hele vreemde fobie: angst voor witte veren. De man was superallergisch voor veren in zijn hoofdkussen (nies'aanvallen!'), maar nog veel meer voor zijn spirituele vrouw, die in zijn bijzijn om de haverklap zei: 'als ik een wit veertje op de grond zie liggen, is er net een engel langsgevlogen'.
Zijn fobie voor veren verdween nadat ik met hem zijn vorige leven besprak. Een soldatenleven aan het front ten tijde van de Eerste Wereldoorlog. Hij deserteerde, was 'een witte veer'. Witte veren herinnerden hem (onbewust) in zijn huidige leven aan 'deserteren en sterven.'
Meer lezen over reïncarnatietherapie en oorlog: 'Diehards in de war' (praktijkvoorbeelden vorige levens mbt oorlogen)
Eerder blogartikel wo1 - tip boek en film.
Of zet in het zoekfilter van dit blog de woorden: 'wo1, oorlog', dan kom je meer artikelen tegen.
Groetjes,
Marianne Notschaele-den Boer
Reïncarnatietherapeut/schrijfster
www.vorigelevens.nl