Boek over conversiestoornis |
Deborah de Poorter heeft een interessante ‘diary’ afgeleverd, ‘Het valt wel, maar niet mee! – hoe houd je jezelf staande in een wereld waarin alles, inclusief jijzelf omver valt?’ (ISBN 9789082349405).
Deborah bewerkte haar eigen dagboekfragmenten uit de periode 2007 t/m 2009 tot dit boek, dat een goed inkijkje geeft in de persoonlijke belevingswereld van een 20e jarige gevoelige studente die probeert zich staande te houden in een wereld die haar overweldigt. Op een dag krijgt ze last van paniekaanvallen en valt ze bijna dagelijks flauw. Wat haar precies mankeert is volgens artsen niet duidelijk. Uiteindelijk krijgt ze de diagnose ‘conversiestoornis’.
“Conversie is Latijn voor ‘omzetting’. Iemand met een conversiestoornis zet een psychisch probleem om in een lichamelijke klacht. Dat gebeurt onbewust. Als gevolg van grote stress schakelen de hersenen bepaalde lichaamsfuncties uit.” (blz. 89)
Maar waarom overkomt Deborah dit? En kan deze conversiestoornis overgaan?
Opname
Deborah wordt opgenomen in de psychiatrische kliniek COLK, centrum voor behandeling van psychosomatische klachten. Daar leert ze dankzij haar eigen doorzettingsvermogen en diverse therapeuten/hulpverleners beetje bij beetje zichzelf (beter) kennen. Ze leert omgaan met haar emoties en met de lichamelijke ‘aanvallen’, die haar telkens doen flauwvallen. Pas na een tiental maanden – met hier en daar weer terugvallen – gaat het langzaamaan de goede kant op. Deborahs moeizame en persoonlijke proces is in een dagboekachtige vorm gegoten en bevat een heldere inleiding en hoopvolle terugblik op de meegemaakte periode, bekeken vanuit 2015.
Voor welke lezers?
‘Het valt wel, maar niet mee!’ is volgens mij een hoopgevend boek voor jonge, hoogsensitieve en emotioneel gevoelige vrouwen met een conversiestoornis, die vrezen dat hun onverklaarbare lichamelijke klachten nooit zullen overgaan.
De openhartigheid waarmee Deborah haar eigen vragen en angsten aan het papier toevertrouwde, maar ook haar getoonde strijdvaardigheid om wat van haar leven te willen maken, zal lezers zeker aanspreken.
Hulpverleners/therapeuten die werken met cliënten die een conversiestoornis hebben, zullen na het lezen van dit boek beter begrijpen hoe jonge mensen met zo’n stoornis zich emotioneel voelen en met welke vragen ze rondlopen.
Deborahs boek vond ik niet alleen informatief om te lezen (wat is een conversiestoornis, hoe ervaart zij haar klachten en hoe gaat ze daarmee om?) maar ook leuk voor de taalpuzzelaar in mij.
Taalgebruik en klachten
Ik hou van informatieve, autobiografisch getinte boeken die niet overgeredigeerd zijn door een redactie van een uitgeverij. Dergelijke boeken bevatten nog de pure stem van de auteur, met een persoonlijk geluid en eigen taalgebruik. Hoe mensen iets beschrijven vind ik enorm interessant omdat ik in mijn therapeutische werk graag terugkerende uitspraken bij cliënten analyseer.
Wanneer de auteur van een boek bij het beschrijven van een klacht telkens dezelfde specifieke uitspraken gebruikt met emotionele lading, krijg ik bij het lezen ervan vanzelf indrukken en beelden van de achterliggende oorzaak. Dit hangt samen met mijn hoogsensitiviteit(hsp)/helderziendheid. Het heeft me overigens jaren gekost om deze vorm van hooggevoeligheid te mengen met mijn gewone therapietechnieken.
Terugkerend taalgebruik kan verwijzen naar onaffe trauma’s uit het verleden, soms zelfs hele verre verledens, zoals naar gebeurtenissen in vorige levens. Samen met cliënten puzzel ik met zulke uitspraken totdat we het hele achterliggende plaatje/trauma compleet hebben en ronden we oude emotionele zaken alsnog af. Hierdoor ontstaat inzicht en rust waardoor huidige (lichamelijke) klachten kunnen verdwijnen.
Dit is een hele andere manier om met onverklaarbare lichamelijke klachten om te gaan. Natuurlijk niet voor iedereen geschikt, want ieder mens heeft het recht op zijn eigen levenspad en daarbij behorende keuzes. Het ene pad is niet beter of slechter dan het andere, alleen anders. Toch, als ik mensen lang zie worstelen met hun ‘onverklaarbare klachten’ denk ik wel eens, wisten jullie maar meer over de invloed van voorbije levens op jullie huidige leven.
Vorige levens - lichaamssignalen
Nadat ik Deborah had laten weten dat ik haar boek wilde lezen om er een artikeltje over te maken voor dit blog, vroeg ik of ze er prijs op stelde als ik mijn indrukken aan de hand van haar terugkerende uitspraken met haar zou delen. Wie weet zou die informatie haar een stukje verder kunnen helpen op haar levenspad. Want in haar boek blijft de vraag ‘waarom krijg ik die aanvallen telkens’ overeind, terwijl het toch beter met haar gaat.
Uit alles wat ik las blijkt dat Deborah – zoals zoveel jonge mensen tegenwoordig – heel sensitief is. Dat heeft voordelen bij het aanvoelen van personen en situaties, maar ook nadelen, bijv. als vorige levens niet helemaal juist zijn afgerond.
Want wat als je in een vorig leven een bokser was die knock out werd geslagen in de ring door de tegenstander? Wat als die bokser ter plekke overleed aan totaal onverwacht hersenletsel? Wat als de laatste gedachten van die bokser waren: ‘ik word duizelig, ik val ineens om’… dan onthoudt het lichaam dat die gedachten nog bij ‘in leven zijn’ horen. De bokser begreep niet goed dat hij stierf, bleef met zijn gedachten hangen…
Wat als je in een vorig leven in oorlogstijd in een bunker schuilde voor ‘aanvallen die je niet zag aankomen’, maar dat de luchtdruk van een exploderende bom je in één klap tegen de grond smeet en doodde? Dan zijn woorden in Deborahs boek die vaak herhaald worden (‘bom’vol programma) of zinnen als ‘mijn toekomst lijkt weggevaagd, de klapt dreunt hard na’ ineens heel logisch.
Door deze twee totaal onverwachte sterfervaringen in voorbije levens heeft Deborah op onbewust niveau aan elkaar gekoppeld: ‘duizelig worden, neervallen, tegen de grond smakken = nog net in leven zijn’. Haar huidige lichaam houdt hieraan vast, net zolang tot ze begrijpt dat dat niet meer nodig is.
Alle details heb ik Deborah gemaild. Dat is veel te veel en te persoonlijk om hier in dit blogartikel te zetten. Ik hoop dat zij er mee verder kan.
Reïncarnatietherapeuten die ‘Het valt wel, maar niet mee!’ lezen, raad ik aan zelf te puzzelen met alles wat Deborah over haar conversiestoornis schrijft. Je steekt er hoe dan ook wat van op!
Groetjes,
Marianne Notschaele-den Boer
Reïncarnatietherapeut/schrijfster
www.vorigelevens.nl